Omzet, winst en cashflow: dit is het verschil

Bij het runnen van een bedrijf komen veel financiële termen en begrippen kijken. Vooral voor startende ondernemers of voor degenen die niet dagelijks met de administratie bezig zijn, kan het een uitdaging zijn om sommige van deze termen uit elkaar te houden. Omzet, winst en cashflow zijn drie van zulke begrippen die soms ten onrechte door elkaar worden gebruikt. Het gaat niet om synoniemen, maar om begrippen die elk hun eigen betekenis hebben. In dit artikel ontrafelen we deze begrippen en leggen we uit hoe ze van elkaar verschillen.

Omzet: de totale inkomsten

Omzet is het totaalbedrag dat een bedrijf  krijgt door haar normale bedrijfsactiviteiten, voordat er kosten en uitgaven worden afgetrokken. Het is in essentie de totale verkoopwaarde van goederen of diensten die een bedrijf heeft geleverd. Voor een bedrijf dat producten verkoopt, is de omzet bijvoorbeeld te berekenen door het aantal verkochte eenheden te vermenigvuldigen met de verkoopprijs per eenheid. Stel bijvoorbeeld dat je een boekenwinkel runt en je verkoopt in een maand 500 boeken voor 20 euro per stuk. Dan is je omzet voor die maand 10.000 euro.

Winst: wat overblijft na aftrek van kosten

Winst is het bedrag dat overblijft nadat alle bedrijfskosten, belastingen en andere uitgaven zijn afgetrokken van de omzet. Het toont aan hoeveel geld een bedrijf daadwerkelijk heeft verdiend. Je berekent het door de totale kosten af te trekken van de omzet. Neem bijvoorbeeld opnieuw de boekenwinkel met een omzet van 10.000 euro. Elk ingekocht boek kost de boekenwinkel 10 euro. Daarnaast heeft de boekenwinkel ook 3.000 euro vaste kosten voor het runnen van de winkel. De winst bedraagt dus 10.000 – 5.000 – 3.000 euro of 2.000 euro.

Cashflow: de geldstroom

Cashflow verwijst naar het nettobedrag van liquide middelen die in en uit een bedrijf stromen. Het geeft aan hoeveel liquide middelen een bedrijf beschikbaar heeft op elk gegeven moment. De cashflow kan positief of negatief zijn, afhankelijk van de hoeveelheid geld die het bedrijf ontvangt en uitgeeft. Een onderneming kan winst maken, maar toch een negatieve cashflow hebben. De cashflow is te berekenen door de contante uitgaven af te trekken van de contante inkomsten.

Als de boekenwinkel in een bepaalde maand 9.000 euro ontvangt (uit verkoop, terugbetalingen enzovoort) en 8.000 euro uitgeeft (aan salarissen, leveranciers enzovoort), dan is je cashflow voor die maand 1.000 euro.

Belang van onderscheid tussen winst, omzet en cashflow

Het begrijpen van het onderscheid tussen omzet, winst en cashflow is cruciaal voor zowel ondernemers als kredietverschaffers. Terwijl omzet een indicatie geeft van de totale verkopen, biedt het geen inzicht in de winstgevendheid van een bedrijf. Winst laat weliswaar zien hoeveel er overblijft na aftrek van kosten, maar zelfs een winstgevend bedrijf kan financiële problemen ondervinden als het geen goede cashflow heeft. Cashflow geeft weer hoeveel liquide middelen er beschikbaar zijn voor een bedrijf om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Kredietverschaffers, zoals banken en investeerders, kijken vaak naar de cashflow, omdat het aantoont hoe solvabel een bedrijf op korte termijn is. Een sterke cashflow wijst erop dat een bedrijf in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen, wat het risico voor kredietverstrekkers vermindert.