Wat is het matchingbeginsel?

Het matchingbeginsel is een van de grondbeginselen die je moet toepassen wanneer je een jaarrekening opstelt. Bij de controle van de jaarrekening door een accountant wordt dan ook altijd rekening gehouden met een correcte toepassing van het matchingbeginsel. Het klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar het is een van de basisprincipes die tijdens het boekhouden heel gewoon aanvoelt. Onder andere de bijzondere manier waarop we met voorraden en investeringen omgaan, is het gevolg van het zogenaamde matchingbeginsel.

Betekenis van het matchingbeginsel

Het matchingbeginsel betekent dat gerelateerde kosten en opbrengsten in dezelfde periode moeten worden verwerkt. De kosten worden met andere woorden gematcht met het moment waarop ze opbrengsten realiseren. Dat brengt met zich mee dat uitgaven nog niet als kosten worden aangemerkt wanneer ze nog niet als opbrengsten zijn geregistreerd. We kunnen in de praktijk spreken over period matching (matchen aan de juiste tijdsperiode) en over product matching (matchen aan de gebeurtenis die verband houdt met het goed).

Wat is product matching?

Bij product matching worden uitgaven aan de goederen toegerekend. Dat wil zeggen dat pas bij de verkoop alle kosten uit de voorraad naar de resultatenrekening worden geboekt. Een bekend voorbeeld hiervan is de boekhoudkundige verwerking van voorraden. Voorraden mogen in principe pas naar de resultatenrekening worden geboekt wanneer ze ook daadwerkelijk verkocht zijn. Op het moment dat de voorraden werden aangelegd, hebben ze nog geen impact. Het is wel zo dat ze op de balans terug te vinden zijn en eventueel kunnen worden afgewaardeerd.

Wat is period matching?

Bij period matching worden uitgaven toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Deze uitgaven komen op het moment van de aanschaf op de balans terecht (als investering), maar worden pas later als kost in de resultatenrekening opgenomen. Het bekendste voorbeeld hiervan zijn de afschrijvingen. De uitgave voor een gebouw mag nog niet meteen als kost worden verwerkt, maar wordt jaar na jaar verder afgeschreven. Hierdoor wordt de uitgave over meerdere perioden gespreid en heeft het steeds betrekking op de volledige periode.

Onderdeel van het toerekeningsprincipe

In feite maakt het matchingbeginsel deel uit van het zogenaamde toerekeningsprincipe. Het toerekeningsprincipe is een van de twee basisprincipes die je bij het opstellen van de jaarrekening moet naleven. Het houdt in dat transacties niet verwerkt worden op het moment dat de geldmiddelen worden ontvangen of betaald, maar dat ze moeten worden toegewezen aan de gebeurtenis waarop ze betrekking hebben.

Hierdoor houdt de jaarrekening alleen rekening met de gebeurtenissen van dat boekjaar, wat zowel afgeronde transacties (bv. geleverde en betaalde goederen) als onafgeronde transacties (bv. onbetaalde openstaande schulden bij leveranciers) omvat. Dit geeft een correcte inkijk op de prestaties van de onderneming. Zonder het matchingbeginsel zou de jaarrekening een verkeerde indruk kunnen wekken en zou ook de fiscaliteit niet eerlijk verlopen. Een ondernemer zou bijvoorbeeld snel voorraden kunnen aanleggen of investeringen kunnen doen om belastingen te voorkomen.

Naast het toerekeningsprincipe en het matchingbeginsel houdt een accountant bij de controle van een jaarrekening ook rekening met het realisatieprincipe, het continuïteitsprincipe, het bestendigheidsprincipe en het voorzichtigheidsprincipe.