Leningen en hoe ze de boekhouding beïnvloeden

Ondernemers kunnen het niet alleen en hebben vaak nood aan externe middelen. Het aantrekken van extern geld zorgt ervoor dat ondernemingen kunnen groeien en innoveren, maar heeft natuurlijk ook boekhoudkundige gevolgen. In dit blog hebben we het over leningen en geven aan wat de gevolgen voor je boekhouding zijn. Met een goed boekhoudprogramma is het boeken van leningen hoe dan ook kinderspel.

Lening verstrekt door een derde

Bij een lening stelt een derde geld ter beschikking van een onderneming. Deze derde kan een bank zijn, maar ook een ander bedrijf of een particulier. Na het verstrekken van de lening heeft de onderneming een schuld ten opzichte van deze derde, bestaande uit het terug te betalen kapitaal en eventuele intresten. Wanneer de schuld op meer dan één jaar terug te betalen is, spreken we van lang vreemd vermogen. In het andere geval spreken we van kort vreemd vermogen.

Boekhoudkundige verwerking van leningen

In de boekhouding worden leningen vaak ingeschreven met de toevoeging o/g of met de toevoeging u/g. Een lening u/g slaat op uitgeleend geld, te noteren op de debetzijde van de balans. Een lening o/g is opgenomen geld en dit staat dan weer aan de creditzijde van de balans. In het eerste geval is er uiteraard geen sprake van een schuld ten opzichte van derden, maar van een vordering op derden.

Wat de boekhoudkundige verwerking betreft, kunnen we verschillende gebeurtenissen onderscheiden. Hieronder benoemen we ze en geven we aan hoe ze de boekhouding beïnvloeden. Voor de boekhoudkundige verwerking van kortlopende leningen verwijzen we je dan weer naar onze eerdere blog.

Afsluiten van de lening

In de eerste plaats is er het afsluiten van de lening. Hierbij wordt het geleende bedrag op de bankrekening ontvangen en ontstaat er een schuld ten opzichte van de derde. De ontvangst verwerken we aan de hand van het bankafschrift. Bij deze gebeurtenis neemt de schuld toe en werken we credit bij. Tegelijkertijd neemt ook het bezit toe en werken we debet bij.

Intresten berekenen en betalen

Het is natuurlijk afhankelijk van de gemaakte afspraken, maar in principe zullen er tijdens de looptijd terugbetalingen gebeuren. In ieder geval moeten de intrestkosten maandelijks worden verwerkt indien er ook maandelijks een winst-en-verliesrekening wordt opgesteld. Daarom is het het eenvoudigst om met de geldgever overeen te komen dat de intrestkosten per maand moeten worden betaald. Zo kan dit meteen in de boekhouding worden verwerkt.

Bij deze boeking zal het eigen vermogen afnemen omdat de grootboekkaart Rentelasten debet wordt bijgewerkt. Als de rentekosten worden betaald, moet de grootboekrekening die bij de bankrekening hoort ook credit worden bijgewerkt.

De lening aflossen

Ook aflossingen moeten in de boekhouding worden verwerkt. Zo’n aflossing kan gebeuren op het einde van de looptijd, maar ook tussentijdse aflossingen zijn mogelijk (bv. maandelijks, per trimester of jaarlijks). Wanneer een onderneming aflost, zal de schuld geheel of gedeeltelijk verdwijnen. Door de aflossing zal de lening afnemen en zal dit debet worden bijgewerkt. Vaak zullen rentebetalingen en aflossingen tegelijkertijd worden verwerkt, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn.